Oorzaak:

• Defect in ontstekingseenheid.
  
• Incorrecte/onregelmatige richting van brandstofstraal.
  
• Incorrect nummer of incorrecte grootte van afdichting, met als gevolg een incorrecte spuitpositie.

Oplossing:

• Controleren of de ontstekingseenheid overeenstemt met het type auto en of de ontstekingseenheid goed gemonteerd is.
• Montageopening van bougie controleren op koolstofvervuiling.
  

Oorzaak:

• Defect in ontstekingseenheid.
  
• Incorrecte/onregelmatige richting van brandstofstraal.
  
• Incorrect nummer of incorrecte grootte van afdichting, met als gevolg een incorrecte spuitpositie.

Oplossing:

• Controleren of de ontstekingseenheid overeenstemt met het type auto en of de ontstekingseenheid goed gemonteerd is.
• Montageopening van bougie controleren op koolstofvervuiling.
  

Oorzaak:

• Te lange gloeitijd of te hoge spanning (bougie van 12 V die gebruikt wordt in het systeem van 24 V of vice versa).
• Defect in alternator & regelaar.
  

Oplossing:

• (Contacten van) regelaar van bougie controleren.
  
• On-board spanning en spanning van gloeibougie controleren.
• Spanning van oplaadsysteem controleren.
  

Oorzaak:

• Overmatige spanning (bougie van 12 V die gebruikt wordt in het systeem van 24 V of vice versa)
• Defect in alternator & regelaar.
  
• Ongeschikte opslag (vocht).
  

Oplossing:

• On-board spanning en bedrijfsspanning van gloeibougie controleren.
• Oplaadsysteem controleren.
  
• Opslagcondities controleren.
  

Oorzaak:

• Olie in de verbrandingskamer (waarschijnlijke oorzaak: slijtage van de motor).

Oplossing:

• Controleren of de zuigers vastzitten in de motorcilinders.
  
• Motorolieverbruik controleren.
  

Oorzaak:

• Defect in ontstekingseenheid.
  
• Incorrecte/onregelmatige richting van brandstofstraal.
  
• Incorrect nummer of incorrecte grootte van afdichting, met als gevolg een incorrecte spuitpositie.
• Te lange gloeitijd of te hoge spanning (bougie van 12 V die gebruikt wordt in het systeem van 24 V of vice versa)
• Defect in alternator & regelaar.
  
• Defect in werking/tijdstip van injectie-eenheid.
  

Oplossing:

• Controleren of de ontstekingseenheid overeenstemt met het type auto en of de ontstekingseenheid goed gemonteerd is.
• Controleer installatiegat van gloeibougie op koolstofvervuiling. Controleer regelaar van gloeibougie (contacten).
• On-board spanning en spanning van gloeibougie controleren.
  
• Spanning van oplaadsysteem controleren.
  
• Injectietijdstip van brandstof controleren.
  

Oorzaak:

• Defect in ontstekingseenheid.
  
• Incorrecte/onregelmatige richting van brandstofstraal.
  
• Incorrect nummer of incorrecte grootte van afdichting, met als gevolg een incorrecte spuitpositie.
• Defect in werking/tijdstip van injectie-eenheid.
  
• Beschadigde schroefdraad van montageopening bougie in de cilinderkop/niet-vastgedraaide bougie, met als gevolg onjuiste zitting van bougie.

Oplossing:

• Controleren of de ontstekingseenheid overeenstemt met het type auto en of de ontstekingseenheid goed gemonteerd is.
• De schroefdraad van de montageopening van de bougie in de cilinderkop controleren op schade/koolstofvervuiling.
• Tijdstip van ontstekingspomp controleren.
  

Oorzaak:

• Defect in ontstekingseenheid.
  
• Incorrecte/onregelmatige richting van brandstofstraal.
  
• Incorrect nummer of incorrecte grootte van afdichting, met als gevolg een incorrecte spuitpositie.
• Defect in werking/tijdstip van injectie-eenheid.
  
• Beschadigde schroefdraad van montageopening bougie in de cilinderkop/niet-vastgedraaide bougie, met als gevolg onjuiste zitting van bougie.

Oplossing:

• Controleren of de ontstekingseenheid overeenstemt met het type auto en of de ontstekingseenheid goed gemonteerd is.
• De schroefdraad van de montageopening van de bougie in de cilinderkop controleren op schade/koolstofvervuiling.
• Tijdstip van ontstekingspomp controleren.
  

Oorzaak:

• Aanhaalkoppel te hoog.
  
• Ongeschikt gereedschap gebruikt of schade aan de schroefdraad van de cilinderkopopening.

Oplossing:

• De schroefdraad van de cilinderkopopening controleren op schade/koolstofvervuiling.
• Controleren of de bougie goed is vastgedraaid.
  

Oorzaak:

• Defect in ontstekingseenheid.
  
• Incorrecte/onregelmatige richting van brandstofstraal.
  
• Incorrect nummer of incorrecte grootte van afdichting, met als gevolg een incorrecte spuitpositie.
• Defect in werking/tijdstip van ontstekingspomp.
  

Oplossing:

• Controleren of de ontstekingseenheid overeenstemt met het type auto en of de ontstekingseenheid goed gemonteerd is.
• De schroefdraad van de montageopening van de bougie in de cilinderkop controleren op koolstofvervuiling.
• Ontstekingspomp en ontstekingstijdstip controleren.
  

Oorzaak:

• Incorrecte zitting van bougie.
  

Oplossing:

• De schroefdraad van de montageopening van de bougie in de cilinderkop controleren op schade/koolstofvervuiling.
• Controleren of de bougie goed is vastgedraaid.
  

Oorzaak:

• Aanhaalkoppel te hoog.
  
• Ongeschikt gereedschap gebruikt of schade aan de schroefdraad van de cilinderkopopening.

Oplossing:

• De schroefdraad van de montageopening van de bougie in de cilinderkop controleren op schade/koolstofvervuiling.
• Controleren of de bougie goed is vastgedraaid.
  

Oorzaak:

• Aanhaalkoppel te hoog. Ongeschikt gereedschap gebruikt of schade aan de schroefdraad van de cilinderkopopening.

Oplossing:

• De schroefdraad van de montageopening van de bougie in de cilinderkop controleren op schade/koolstofvervuiling.
• Controleren of de bougie goed is vastgedraaid.
  

Oorzaak:

• Aanhaalkoppel te hoog.
  
• Ongeschikt gereedschap gebruikt of schade aan de schroefdraad van de cilinderkopopening.

Oplossing:

• De schroefdraad van de montageopening van de bougie in de cilinderkop controleren op schade/koolstofvervuiling.
• Controleren of de bougie goed is vastgedraaid